Inleiding

HIV Plan Belgium
Meer dan vijf jaar geleden werd het eerste nationale hiv-plan 2014-2019 opgesteld door een groot aantal volksgezondheids- en doelgroeporganisaties. De voorbije jaren heeft het hiv-plan gediend als waardevolle leidraad voor de actoren van het werkveld en geleid tot een aantal belangrijke verwezenlijkingen. Intussen is het hiv-plan 2014-2019 afgelopen en is er een nieuw voorstel van hiv-plan ontwikkeld om richting te geven aan de aanpak van hiv, rekening houdend met de epidemische tendensen en de recente evoluties op het vlak van hiv.

Algemene principes

Het hiv-plan 2020-2026 omvat richtlijnen voor een kwaliteitsvolle, met bewijzen onderbouwde en rechtvaardige aanpak van hiv. Het hiv-plan berust op de medewerking van alle actoren op het gebied van hiv. Meest cruciaal daarbij is wellicht de blijvende, betekenisvolle medewerking van mensen met hiv en ook de betrokkenheid van organisaties die zich richten tot de prioritaire doelgroepen. Dat is een centraal element in de samenwerkingsbenadering en is van essentieel belang voor het welslagen van dit hiv-plan.

Het hiv-plan:

  • Respecteert de mensenrechten en de seksuele en reproductieve rechten;
  • Omarmt combinatiepreventie en gezondheidspromotie;
  • Besteedt bijzondere aandacht aan soa’s;
  • Garandeert de medewerking van relevante actoren;
  • Betrekt mensen met hiv (MMH) op zinvolle wijze;
  • Verzekert de betrokkenheid en empowerment van belangrijke doelgroepen;
  • Onderschrijft basisprincipes zoals interdisciplinaire kwaliteitsdiensten voor preventie, behandeling en zorg en gelijke toegang tot alle diensten;
  • Verzekert onderzoek en surveillance om te komen tot een met bewijzen onderbouwd beleid voor alle pijlers en ook met het oog op evaluatie;
  • Hanteert de principes van goed bestuur.

Bedoeling en streefdoelen

Dit plan streeft naar het verbeteren van verschillende aspecten van de levenskwaliteit en de medische toestand van mensen met hiv, van infectie tot diagnose, behandeling en zorg, tijdens hun hele levensloop, met bijzondere aandacht voor hun welzijn en binnen het kader van de universele toegang tot behandeling en zorg. Dit plan handelt ook over hiv-preventie en het promoten van de voorwaarden voor een gezonde en verantwoorde seksualiteit.

Het plan is gestoeld op de ambitie om de doelstellingen te bereiken die UNAIDS heeft vooropgezet om tegen 2030 een eind te maken aan de hiv-/aidsepidemie. Het gaat onder andere om de 95–95–95-doelen: tegen 2030 kent 95% van de mensen met hiv hun hiv-status, 95% van de mensen die hun status kennen, worden behandeld en 95% van de mensen met een hiv-behandeling hebben een onderdrukte virale lading, zodat hun immuunsysteem sterk blijft en ze de infectie niet kunnen overdragen via seksuele contacten overgedragen. UNAIDS heeft ook streefdoelen vooropgezet voor primaire preventie en voor het tegengaan van discriminatie, die kunnen helpen om hiv uit de wereld te helpen en een optimale levenskwaliteit voor mensen met hiv te garanderen.

Omdat het hiv-plan het belangrijkste instrument is voor de aanpak van hiv in België, zijn streefdoelen belangrijk om zowel de verantwoordelijkheid als de bereikte vorderingen te beoordelen via monitoring en evaluatie. Daarvoor zijn specifieke streefdoelen vastgelegd die gebaseerd zijn op de Belgische epidemiologische en maatschappelijke context en betrekking hebben op de vele aspecten van het leven van mensen die het risico lopen om hiv te krijgen of te hebben.

De streefdoelen in verband met hiv-preventie en een betere seksuele gezondheid kunnen ervoor zorgen dat alle mensen die het risico van een hiv-infectie lopen de preventiemiddelen voor hun specifieke noden kennen, er toegang toe hebben en ontvangen. Voor de acties in verband met screening, behandeling, zorg en levenskwaliteit werd de keuze van de streefdoelen echter bepaald door de aanpak van het hiv-zorgcontinuüm, aangevuld met de vierde pijler in verband met levenskwaliteit.

Het gaat om de volgende essentiële doelstellingen:

  • Verhogen van het aantal mensen uit prioritaire doelgroepen die op de hoogte zijn van de bestaande maatregelen voor hiv- en soa-preventie;
  • Verhogen van het aantal mensen die preventieve diensten krijgen (zoals condoomgebruik, counseling over strategieën om risico’s te beperken, chemseks, hiv-screening);
  • Ervoor zorgen dat alle mensen met een groot risico op een hiv-infectie toegang hebben tot PrEP;
  • Zorgen voor opleiding voor alle zorgverleners over middelen voor combinatiepreventie en actuele sociaal-epidemiologische informatie over hiv om het testen te ondersteunen;
  • Tegen 2020 95% van alle mensen met hiv die hun status kennen, bereiken (de eerste UNAIDS-doelstelling voor het hiv-zorgcontinuüm);
  • Verminderen van het aantal laattijdig vastgestelde hiv-infectie;
  • Ervoor zorgen dat mensen die het meeste risico lopen/behoren tot de prioritaire doelgroepen die nog geen diagnose hebben gekregen, worden bereikt via hiv-screening in en door de community;
  • Verzekeren van de toegang van mensen met hiv en PrEP-gebruikers tot regelmatige soa-screening;
  • Zorgen voor een snelle koppeling met hiv-zorg na de diagnose en vervolgens retentie in de hiv-zorg;
  • Ervoor zorgen dat 95% van de mensen met hiv met een hiv-diagnose tegen 2030 ART krijgen (de tweede UNAIDS-doelstelling voor het hiv-zorgcontinuüm);
  • Ervoor zorgen dat meer dan 95% van de mensen met hiv die ART krijgen, tegen 2030 een niet-detecteerbare virale lading hebben (de derde UNAIDS-doelstelling voor het hiv-zorgcontinuüm);
  • Ervoor zorgen dat er instrumenten worden ontwikkeld om de levenskwaliteit op het vlak van gezondheid van patiënten te monitoren en dat die instrumenten worden gehanteerd in settings voor hiv-zorg;
  • Ervoor zorgen dat alle mensen met hiv via patiëntenorganisaties toegang hebben tot lotgenotensteun in overeenstemming met hun noden;
  • Verminderen van de stigmatisering en discriminatie van mensen met hiv.