Pijler 2 : Test

Image

Algemene principes en achtergrond

Een prioritaire maatregel om invloed te kunnen uitoefenen op de hiv-epidemie en verwante soa-epidemieën, bestaat erin de mensen zo snel mogelijk nadat ze de infectie hebben opgelopen te diagnosticeren en hen te koppelen aan de juiste diensten voor preventie, behandeling, zorg en hulp. Zoals de internationale richtlijnen het aanbevelen, moet de organisatie van hiv- en soa-testactiviteiten gebeuren vanuit het oogpunt van de volksgezondheid en de mensenrechten. Het testen moet daarom toegankelijk zijn en vrijwillig en vertrouwelijk gebeuren op basis van geïnformeerde toestemming.

In België wordt een strategische mix van hiv- en soa-testdiensten aangeboden in zowel medische als niet-medische voorzieningen. Daarnaast zijn er drie laagdrempelige screeningcentra in Antwerpen, Brussel en Luik, die de mogelijkheid bieden van een gratis en anonieme hiv-test voor populaties die een groot risico lopen1. Sinds 2016 mogen niet-medische zorgverstrekkers onder bepaalde omstandigheden hiv-sneltests uitvoeren2. En bovendien is ook een hiv-zelftest te koop in de Belgische apotheken.

België heeft geen nationaal hiv-testbeleid. In 2019 werden klinische richtlijnen opgesteld over de diagnose en de aanpak van gonorroe, syfilis en chlamydia in de eerstelijnszorg3. Om eerstelijnsgezondheidswerkers te helpen bij het aanbieden van hiv- en soa-tests, werd een interactieve screeningtool “Testen op soa’s bij consultaties over seksuele gezondheid” gepubliceerd4. Tenslotte hebben ook de HRC’s strategieën voor soa-screening, zowel voor mensen met hiv als voor PrEP-gebruikers.

In vergelijking met andere Europese landen heeft België een vrij hoog en stabiel hiv- testpercentage, met meer dan 700 000 hiv-tests per jaar. In 2019 werden 1,2 nieuwe diagnoses vastgesteld per 1000 tests. Meer dan de helft van de hiv-diagnoses gebeurden door huisartsen, gevolgd door internisten en gynaecologen. Tot dusver zijn er geen nationale gegevens beschikbaar over het aandeel van hiv-tests uitgevoerd door doelgroeporganisaties in het aantal nieuwe diagnoses. Ten gevolge van barrières tot hiv-testing en de migratiestromen krijgen veel mensen met hiv in België pas een hiv-diagnose in een laat stadium van de infectie (<350 CD4/mm3). Op populatieniveau is een laattijdige diagnose verantwoordelijk voor het bestaan van een "verborgen" epidemie die de verdere verspreiding van de epidemie aandrijft.

Het testpercentage van soa’s vertoont een stijgende trend. Voor chlamydia was er bij vrouwen een stijging van 30 tests per 1000 inwoners in 2017 tot 37 tests/1000 inwoners in 2019 en voor gonorroe van 25 tests/1000 inwoners in 2017 tot 35 tests/1000 inwoners in 2019. Bij mannen was er voor chlamydia een stijging van 12 tests/1000 inwoners in 2017 en 17 tests/1000 inwoners in 2019, voor gonorroe van 12 test/1000 inwoners in 2017 en 21 tests/1000 inwoners in 2019. Voor syfilis blijkt uit de cijfers van het RIZIV ook een stijgende trend in het aantal treponemale tests. Die stijgende trends kunnen gelinkt worden aan een hoger aantal opportunistische en gerichte soa-test en aan de uitvoering van screeningprogramma’s bij risicogroepen zoals mannen die seks hebben met mannen5.

Doelstelling

Het doel van de testpijler is het verbeteren van de frequentie, de regelmaat en de doelgerichtheid van de hiv- en soa-tests bij prioritaire doelgroepen om het percentage vroege diagnoses te verhogen, de snelle start van een volgehouden behandeling te verbeteren en overdracht te vermijden.

Waar gaat het om?

De testpijler heeft betrekking op de volledige procedure van screening tot de uiteindelijke hiv- en soa- diagnose, met inbegrip van de geïnformeerde toestemming, counseling, partnerverwittiging en het koppelen aan de juiste diensten voor preventie, zorg en hulp.

Relevante bevoegdheden

De verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor het testen op hiv en soa’s zijn verdeeld over de federale en de regionale gezondheidsautoriteiten. De kosten van de hiv-tests die worden voorgeschreven door een arts worden terugbetaald volgens de regels van het RIZIV. De bevestiging van reactieve screeningtests gebeurt uitsluitend in de ARL’s die eveneens worden gefinancierd door het RIZIV. De kosten voor de soa-tests worden ook terugbetaald volgens de regels van het RIZIV.

Verder financiert het RIZIV de drie laagdrempelige screeningcentra en verstrekt het subsidies voor programma’s voor hiv- en soa-tests voor sekswerkers in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. De regionale gezondheidsautoriteiten en de steden en gemeenten dragen ook bij aan de financiering van die sociaal-medische gezondheidscentra voor sekswerkers.

De organisatie van hiv- en soa-testactiviteiten door doelgroeporganisaties wordt gefinancierd door de regionale gezondheidsautoriteiten. Het gaat vooral om projectfinanciering die wordt toegewezen via periodieke oproepen in de context van het regionale beleidskader voor gezondheidspromotie en preventie.

Prioriteiten

De relevante actoren op het vlak van screening hebben zich via een participatief proces akkoord verklaard met de volgende prioritaire actiedomeinen en acties.

Prioritair actiedomein 1: Het bewustzijn en de kennis van zorgverleners, gezondheidswerkers op het terrein en prioritaire doelgroepen van de indicaties voor hiv- en soa-screening vergroten

1.1 Informatieve initiatieven voor gezondheidswerkers en gezondheidswerkers op het terrein over de indicaties voor hiv- en soa-screening actualiseren, ontwikkelen en uitvoeren

1.2 De bestaande richtlijnen en aanbevelingen voor hiv- en soa-screening voor tests in de eerstelijnszorg promoten, in het bijzonder de richtlijnen van het KCE over diagnose en aanpak van gonorroe, syfilis en chlamydia in de eerstelijnszorg en de screeningtool “Testen op soa’s bij consultaties over seksuele gezondheid”

1.3 Netwerken voor samenwerking opzetten met betrekking tot de vorming van niet-medische zorgverstrekkers in community settings

1.4 De prioritaire doelgroepen informeren en voorlichten over de indicaties voor hiv- en soa-screening

Prioritair actiedomein 2: De toegankelijkheid en het gebruik van de hiv- en soa-screening verbeteren en de methodes en de diensten voor screening aanpassen aan de specifieke noden van de prioritaire doelgroepen

2.1 Een actuele inventaris van alle beschikbare toegangspunten voor hiv- en soa-screening bijhouden, zowel binnen medische als niet-medische settings

2.2 De communicatieve en interculturele vaardigheden van gezondheidswerkers – vooral van huisartsen – en terreinwerkers verbeteren om proactief hiv- en soa-tests aan te bieden

2.3 De toegang tot gratis en anonieme hiv-tests verzekeren

2.4 Verder werken aan de ontwikkeling van het wettelijk kader voor gecombineerde hiv- en soa-screening door niet-medische zorgverstrekkers

2.5 Kits voor zelfafname van hiv- en soa-tests aanbieden aan mensen die behoren tot groepen of communities waar hiv-infecties relatief vaker voorkomen

2.6 Gegevens verzamelen over de aankoop van de hiv-zelftest om na te gaan of het mogelijk is om het gebruik ervan beter te ondersteunen en te bevorderen

2.7 Nagaan hoe de plaats- en doelgroepenaanpak voor het testen, en vooral het ‘fast-track city’-initiatief van UNAIDS, kan worden toegepast en uitgerold in de Belgische context

2.8 In samenwerking met de relevante beleidsmakers een uitgebreid hiv- en soa-testbeleid uitstippelen, dat de combinatie van alle bestaande testbenaderingen omvat

Prioritair actiedomein 3: Wetenschappelijk onderbouwde middelen inzetten om niet-gediagnosticeerde mensen met hiv te identificeren en lacunes in screening en preventie aan te pakken

3.1 De bestaande kennis uit verschillende disciplines over de dynamiek van de epidemie en de onderliggende gedragspatronen combineren

3.2 Gebruik maken van gemodelleerde schattingen en wetenschappelijke evidentie over overdrachtsnetwerken als middel om niet-gediagnosticeerde mensen met hiv te identificeren

3.3 Praktische instrumenten ontwikkelen en toepassen om gezondheidswerkers – vooral huisartsen – en terreinwerkers in staat te stellen om niet-gediagnosticeerde mensen met hiv te identificeren

3.4 De hiv- en soa-partnerverwittiging beter aanvaardbaar maken bij de verschillende prioritaire doelgroepen door structurele barrières en belemmeringen op het niveau van verstrekkers en gebruikers weg te werken

3.5 Het gebruik van instrumenten voor partnerverwittiging bevorderen

Prioritair actiedomein 4: Ervoor zorgen dat alle mensen met een diagnose van hiv en andere soa’s zonder uitzondering snel worden gekoppeld aan diensten voor preventie, zorg en ondersteuning (door lotgenoten)

4.1 Initiatieven uitvoeren en begeleiding opzetten om zorgverstrekkers – vooral huisartsen – en terreinwerkers te ondersteunen bij het omgaan met testresultaten, inclusief het meedelen van een hiv-diagnose

4.2 De communicatie en samenwerking tussen diensten voor screening, zorg en hulp verbeteren

4.3 Duidelijke doorverwijzingstrajecten van screening naar zorg uitstippelen

Prioritair actiedomein 5: Een geharmoniseerde verzameling van gegevens over hiv- en soa-tests uitgevoerd door doelgroeporganisaties met terreinwerking consolideren

5.1 De verzameling van gegevens over hiv- en soa-testactiviteiten door doelgroeporganisaties met terreinwerking harmoniseren

5.2 De kwaliteit van de gegevens verbeteren

5.3 Alle toepasselijke gegevens samenvoegen tot een zinvolle nationale dataset die de testactiviteiten van de verschillende organisaties omvat

5.4 De consolidatie van de nationale gegevensverzameling coördineren

Prioritair actiedomein 6: Gegevens verzamelen en verspreiden om de huidige methodes van soa-screening en behandelingsstrategieën voor prioritaire doelgroepen, inclusief PrEP-gebruikers en mensen met hiv, te evalueren

6.1 Verder werken aan het ontwikkelen en verbeteren van surveillanceactiviteiten voor het monitoren van soa’s bij prioritaire doelgroepen, inclusief PrEP-gebruikers en mensen met hiv

6.2 Het doel en de impact van de soa-screening en de behandelingspraktijken evalueren, en de wetenschappelijke evidentie ervan verbeteren

6.3 De nieuwe ontwikkelingen op het gebied van (snel)tests voor soa’s volgen en de werking en de toepasbaarheid van die procedures en methodes evalueren

---------------------------------------------------------------------------

1 Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten tot regeling van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de prestaties voor specifieke vormen van aidsbestrijding (KB van 6 maart 2017, gepubliceerd op 23 maart 2017) 
2 Koninklijk besluit houdende de toepassing van artikel 124, 1° van de wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen teneinde een kader te scheppen voor de diagnostische oriëntatietests voor het humaan immuundeficiëntievirus (KB van 19 juli 2018, gepubliceerd op 19 september 2018)
3 Jespers V, Stordeur S, Desomer A, Carville S, Jones C, Lewis S, Perry M, Cordyn S, Cornelissen T, Crucitti T, Danhier C, De Baetselier I, De Cannière A-S, Dhaeze W, Dufraimont E, Kenyon C, Libois A, Mokrane S, Padalko E, Van den Eynde S, Vanden Berghe W, Van der Schueren T, Dekker N. Diagnosis and management of gonorrhoea and syphilis. Good Clinical Practice (GCP) Brussel: Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE). 2019. KCE Reports 310. D/2019/10.273/21. Te raadplegen via: https://kce.fgov.be/sites/default/files/atoms/files/KCE_310_Diagnosis_management_Gonorrhoea_and_Syphilis_Report.pdf
4 Jespers V, Stordeur S, Desomer A, Cordyn S, Cornelissen T, Crucitti T, Danhier C, De Baetselier I, De Cannière A-S, Dhaeze W, Dufraimont E, Kenyon C, Libois A, Mokrane S, Padalko E, Van Den Eynde S, Vanden Berghe W, Van Der Schueren T, Dekker N. Sexually Transmitted Infections in primary care consultations: development of an online tool to guide healthcare practitioners. Good Clinical Practice (GCP) Brussel: Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE). 2019. KCE Reports 321. D/2019/10.273/60. Te raadplegen via: https://www.sti.kce.be/en/
5 Vanden Berghe, W., De Baetselier, I., Van Cauteren, D., Sasse, A., Quoilin, S. Surveillances des infections sexuellement transmissibles. Données pour la période 2017-2019. Bruxelles, Belgique : Sciensano. Numéro de rapport : D/2020/14.440/85. Disponible à l’addresse suivante: https://www.sciensano.be/sites/default/files/report_sti_sciensano_1719_fr.pdf